Vrouwelijke boegbeelden is wat we nodig hebben


Gister hield ik het laatste interview in het kader van ons onderzoek naar vrouwelijke bestuurders in de fondsenwervende non-profit sector. Het gesprek was met Adriana Esmeijer, sinds 2001 directeur van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Een erg inspirerend gesprek.

Vorig jaar, toen het blad Opzij voor de eerste keer de lijst van 100 topvrouwen binnen 10 verschillende sectoren publiceerde, werd Adriana benoemd tot de meest invloedrijke vrouw in de goede doelensector. Tijdens het gesprek van gistermiddag, overhandigde ze mij haar CV. De lange lijst met 20 nevenfuncties viel me direct op. Een inspirerend voorbeeld voor vrouwen die een hooggeplaatste functie ambiëren, zou je kunnen zeggen.

Waar zijn de topmannen?
We bespraken het artikel over ons onderzoek, dat binnenkort verschijnt in FM. Adriana had daar een pittige mening over, en dat beviel me. Ze vroeg zich hardop af waarom het artikel alleen gericht is op topvrouwen. Ze zou graag zien dat er ook aandacht wordt besteed aan de topmannen in deze sector.

Het gebrek aan boegbeelden – of dit nu mannen of vrouwen zijn – is vaker ter sprake gekomen tijdens het onderzoek. Het bleek voor de respondenten telkens weer lastig spontaan een naam te noemen van een duidelijke spokes person van de fondsenwervende non-profit sector. Ja, Marco Borsato werd wel eens genoemd en prinses Máxima. Maar dat is toch anders.

Als het aan de media ligt, komen directeuren van fondsenwervende non-profits vooral in het nieuws vanwege hun salaris. Hoog tijd dus om een positieve impuls aan de zichtbaarheid van bestuurders in deze sector te geven.

Effectief netwerken
Adriana wees me erop dat ze een groot verschil ziet tussen zichtbaarheid en invloed. Het gaat erom dat je je netwerk op de juiste manier uitbreidt, legde ze me uit. Maar is het niet zo dat veel vrouwelijke bestuurders juist ontbreken tijdens netwerkbijeenkomsten, borrels, et cetera?

Filantropie is breder dan fondsenwervende non-profitorganisaties, het gaat erom dat je op de juiste plekken je netwerk opbouwt, vindt Adriana. Een Civil Society Congres is niet per definitie dé plek om je gezicht te laten zien als je het netwerk van je organisatie effectief wilt verbreden.

Een terecht punt. Toch heeft een flink deel van de respondenten ook aangegeven, vooral effectief met de tijd om te willen gaan. Je bevinden tussen borrelende old boys werd - tijdens de interviews - niet vaak als de meest favoriete tijdsbesteding genoemd. Het lijkt erop dat het ‘ouderwetse’ netwerken op de golfbaan, in de kroeg of tijdens een congres niet aan de respondenten besteed is.

Charibabes
Ik vroeg Adriana haar visie te geven op het verbeteren van de zichtbaarheid van vrouwelijke bestuurders in de fondsenwervende non-profit sector. Allereerst benadrukte ze me dat er – in haar ogen – al echt veel goede vrouwelijke bestuurders zijn. Adriana gebruikte gekscherend de term ‘charibabes’. Waar het alleen nog wel eens aan ontbreekt, is dat vrouwen elkaar nog niet altijd benoemen en erkennen als ‘topvrouw’. Het is belangrijk elkaar het succes te gunnen (wat nog niet altijd het geval is) en dit uit te dragen.

Vrouwelijke rolmodellen zijn nodig om anderen aan te sporen ook een hogere functie te ambiëren. Dit betekent meer zichtbaarheid, meer in het voetlicht treden, vaker het gezicht laten zien. Een beetje extra promotie tussen vrouwen onderling kan overigens ook geen kwaad.

Tijdens de gesprekken met de mannelijke branchevertegenwoordigers van de fondsenwervende non-profit sector werd me al snel duidelijk dat de old boys hun netwerk graag aanspreken om kandidaten voor topfuncties te zoeken. Woorden als ‘spierballenvertoon’ en ‘haantjesgedrag’ werden in dit kader door de heren zelf in de mond genomen.

Dus dames: ik stel voor dat er een tegengeluid komt. Dat vrouwen elkaar (meer) gaan voordragen. Om snel vooruitgang te boeken zijn we hierbij in eerste instantie afhankelijk van de vrouwen die inmiddels een aardige CV hebben opgebouwd. Vrouwen zoals Adriana Esmeijer. Maar minstens zo interessant lijkt het me een young women network te laten ontstaan, een nieuwe generatie vrouwen met de ambitie en kwaliteiten om door te groeien naar bestuursfuncties.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten